- In afstand nabij val ik samen -
Ik ken hem al een paar jaar en had hem ook al een paar jaar niet gezien. Vier, om precies te zijn. En toch bleef ik in gedachten vaak met hem verbonden.
Hij maakte mij aan het lachen als ik boos was, hij danste met mij door de gangen van het ziekenhuis als ik verdriet had, hij voedde mij (letterlijk) en zong dan een lied. We liepen de catwalk over de tafels toen ik in mijn nieuwgekozen kleding paste. We speelden volleybal buiten in het donker en in datzelfde donker schreeuwden we lelijke woorden als ik in paniek was, hand in hand. Met de vuisten in de lucht. We spraken af dat als ik echt weer zou kunnen eten we zouden aanvallen… boven de tompoezen.
Afgelopen dagen werd ik vrij plotseling opnieuw opgenomen in dat ziekenhuis, andere afdeling.
Aanvankelijk sluimerend dreef mijn binnenwereld steeds verder bij elkaar vandaan, maar uiteindelijk als hamerslag viel ik uit elkaar. Mijn hele binnenwereld reageert zoals het dan moet reageren. Gericht op overleven, ieder op zijn eigen manier, onmogelijk samenwerkend steeds verder van elkaar vervreemd.
Gister stond ik in die donkere ziekenhuistuin. Alles in mij probeerde mij bij elkaar te houden. Door het opmerken van de frisse wind, door het luisteren naar de geluiden dichtbij en verder weg. Met de focus op de adem mijzelf vertellen dat ik dit kan. Maar ik merk ook het intense verlangen in mij om om te keren, de sonde uit mijn neus te trekken en naar huis te gaan waar anorexia mij met open armen op staat te wachten en op haar manier probeert ons bij elkaar te houden, voor mij te zorgen. Rust beloofd.
Ik zit gehurkt op het gras en vertel een verpleegkundige over mijn worsteling en over de interne paniek. Over het uit-elkaar vallen en niet meer bij elkaar krijgen als ik ineens een luide stem hoor roepen, een stem die ik herken van 4 jaar geleden: 'Barbie, barbie wat doe jij nou hier?' Met open armen en zijn witte jas loopt hij met een brede glimlach op mij af. Ik ren naar hem toe en val huilend in zijn armen.
Samen. Ik viel samen. In de nabijheid van de veilige ander viel ik samen.
Afstand en nabijheid in de zorg. Diegenen die in afstand nabij konden en durfden te zijn… van en bij hen leerde ik de affectieve verbinding aan te gaan met mijzelf en de ander. Ik leerde mij hechten en onthechten, ik leerde verdriet te dragen, en mij te laten troosten. Ik leerde mij te openen en te sluiten. Ik leerde voelen en vertrouwen. Dat ik besta.
We dansten een moment. En lachten. ´Dag Barbie, tot morgen´. ´Dag Ken, tot morgen.'