Blogopmaak

De taal van het lichaam

Dante • jul 14, 2024

Een nieuwe taal leren

Mijn keuze te starten aan de academie voor haptonomie in Doorn was niet een erg voor de hand liggende keuze. Niet lang daarvoor had ik ontdekt hoezeer mijn lichaam traumataal sprak en hoe moeilijk het was geweest voor omstanders (inclusief mijzelf) daarbij te zijn. Toen ik dus het inschrijfformulier voor haptonomie invulde en op de verzendknop klikte wist ik eigenlijk niet wat mij ´bezielde´.


Mijn lichaam had ik jaren geleden verlaten. Mijn hoofd was bewoond, vaak veel te vol, en de ruimte in de rest van het lichaam -veel groter dan het hoofd - stond leeg. Onbezield. Tijdens de yogalessen die ik volgde in de jaren voor ik aan de academie begon, had ik compassie leren voelen voor mijn lichaam. Ik had begrepen dat mijn lichaam een verhaal vertelde en ook dat ik de taal die mijn lichaam sprak niet verstond.


Als kind leerde ik graag verschillende talen, sprak met mensen over de hele wereld en nam gretig elk nieuw woord dat ik leerde in mij op. Deze onbevangen nieuwsgierigheid verdween, alsof het er nooit was geweest, als het ging over de taal van het lichaam. Voor de taal van mijn lichaam was ik bang. Angst om te verstaan. Bang dat die ruimte gevuld zou zijn met pijn, angst, verdriet, schaamte, machteloosheid, schuld en eenzaamheid.


En dan haptonomie. Aanraken en (aan)geraakt worden. ‘Wie heeft dit bedacht?’.


Ik sta voor haar. Ze legt haar hand op mijn buik. “Oeh”, zeg ik, “dit voel ik”. Mijn hart begint te bonken, mijn benen voelen slap, de spieren in mijn buik spannen een beetje aan, mijn keel knijp dicht, ik word misselijk en begin te zweten. Ze vraagt of ze haar andere hand op mijn rug mag leggen. Mijn hele systeem doet wat het altijd heeft gedaan en doet alles om mij te beschermen. Ik voel hoe ik val uit mijn hoofd. Ik probeer de val te stoppen door luid en heel hoog te ademen. “Kom maar naar mijn hand, ik ben daar en het is oke”. De tranen vinden de weg richting haar handen eerder dan ik. Ik volg de tranen en ontmoet haar daar. Ik ontmoet mij daar.


Ik lach. Ik zucht. Ontspan. Ik ben (aan)geraakt. Ik ben thuis, heel even. In de veilige aanwezigheid van een ander en die van mijzelf. De ruimte die ik verlaten had sprak niet alleen de taal van pijn, angst, schuld en verdriet. In die ruimte vond ik ook troost, warmte, zachtheid, het verlangen en vermogen te kunnen verbinden en aanwezig te zijn. Al die tijd droeg het stilletjes het onzichtbare. De taal van mijn lichaam leer ik nu langzaam verstaan. Mijn meest eigen taal.


Ik denk dat ik nu weet wat mij bezielde. De bezielde lichamelijkheid heeft gevoeld: dit is de weg die ik wil gaan.


Share by: