‘Dan moet je ze weer de verantwoordelijkheid geven’
Elke ochtend na het ontbijt luister ik een podcast tijdens de afwas. Een moment waar ik intens van geniet. Ik voel mij levend en thuis in de vroege ochtend energie.
Vanmorgen luisterde ik een podcast over DIS. Een specialist verteld wat het is en hoe het wordt behandeld. Voor mij vaak wat bevreemdend; iemand die ik niet ken, klinisch te horen praten over wat ik dagelijks vaak veel gelaagder ervaar en beleef. Ik blijf hangen bij de woorden: “Dan moet je ze de verantwoordelijkheid geven”.
Losse woorden en (on)samenhangende zinnen van vergelijkbare strekking blijven zich herhalen in mijn binnenwereld. Ik realiseer mij dat ik ben geraakt door woorden die ik vaak hoorde op momenten dat ik iets anders nodig had.
Hoewel ik de woorden begrijp, sluiten ze misschien niet altijd aan als bedoeld.
Afgelopen week liep ik op het CS. Door alle steigers, hekwerken, bouwvakkers en chaos die dat gaf kon ik de zin bijna niet zien:
“En hoe verder hij ging, des te langer was zijn terugweg”
Vanaf het moment dat ik op jonge leeftijd beschadigd raakte begon ik te bouwen. Steigers. Steigers die zich uitten in een moeilijke relatie met eten en niet eten, braken, bewegen en mijzelf uitputten. Steigers met onvoorspelbaar gedrag en een vaak onbegrijpelijke manier van (ont)hechten. Steigers die risicovol waren om te gebruiken en moeilijk voor anderen om naast te staan. Steigers die mij stil maakten of juist heel defensief. Steigers die niemand anders wilde of kon betreden en mij vaak eenzaam en geïsoleerd maakten. Steigers die niet wisten wat ze nodig hadden - maar die nodig hadden. Steigers die in paniek bijbouwden. Steigers die met alles wat het ze kostte, niet anders konden dan blijven bestaan.
Deze steigers waren voor mij noodzakelijk om, ergens in het midden en daaronder, onzichtbaar voor mijzelf en de buitenwereld, heel te blijven. Te kunnen blijven ademen, om te kunnen blijven liefhebben en verbinden. De steigers gaven stevigheid in alles wat uit elkaar viel, afleiding waar het ondraaglijk was en soms nog is. De steigers en de mensen die er op werkten deden van alles - en uiteindelijk maar één ding: ze beschermden wat heel was en onbeschadigd bleef. Ze beschermden hoop, vertrouwen en de wil tot leven.
Op de meest ondoorgrondelijke en risicovolle manier nam ik op onverantwoordelijke wijze verantwoordelijkheid en regie over mijn leven.
Hoe langer ik bouwde, hoe verder de weg terug. Maar doordát ik bouwde, wás er een weg terug.
Onverantwoordelijk gedrag kan onbegrijpelijk zijn, maar is onder omstandigheden 'nemen van verantwoordelijkheid'. Wat een ruimte gaf het toen mensen met mij op de steigers durfden te gaan staan én blijven. Langzaam kon ik zien en laten zien wat onzichtbaar was geraakt.
Nu bouw ik soms wat steigers af, bouw er toch één bij of besluit een steiger (voorlopig) te laten staan.
Ben ik op mijn weg terug. Én op weg vooruit. Verantwoord, uiteraard!