Diagnose jungle

Dante • 21 november 2025

Diagnose jungle

Diagnose jungle

“Eén, twee, drie, vier, vijf…”. Ze was even stil en keek mij aan over de rand van haar bril. “Zeventien,” zei ze, een nieuwe psychiater, en keek weer naar het papiertje dat voor haar lag op de tafel tussen ons. “Zeventien diagnoses. Hóe heb je dat gedaan?”

Ik keek haar aan. Hoe heb ík dat gedaan? Hoe hebben júllie dat gedaan, dacht ik. Ik zei niks. Ik wist niet goed wat ik moest zeggen. Ik hoorde en voelde haar verbazing, maar kon niet inschatten of ze het mij kwalijk nam, mij ter plekke opgaf of dat ze verbouwereerd was. Ik was er zo vaak tegen in gegaan, de ´diagnosezucht´, zoals ik de GGZ en de zorgverzekeraars op mijn beurt ‘terug-diagnostiseerde’, maar in veel gevallen had ik met het verdedigen en beschermen van mijn ‘ik’ vooral bevestigd dat de diagnose die zojuist gegeven was, klopte. Met alle gevolgen van dien.

Niet alleen door ingrijpende ervaringen waar ik als kind mee te maken kreeg, maar ook door de lading diagnoses die ik daarna cadeau kreeg, raakte ik mijzelf, degene die ik in de kern ooit was geweest en probeerde te blijven, totaal kwijt, bedolven onder het verlangen van de mens (ook die van mijzelf) naar ordening van iets dat niet altijd te ordenen valt. En niet alleen ík raakte mijzelf kwijt, ook de wereld om mij heen raakte kwijt wat nog gezond was in mij.

Mijn oprechte tranen waren theatraal, mijn vriendelijkheid was onderdeel van het aantrekken van de relatie; gaf ik kritiek of was ik boos, dan stootte ik af of was ik dwingend en bepalend. Probeerde ik een gewoon gesprek aan te gaan, dan manipuleerde ik; angst was vermijding en wanneer ik blij was, had ik een stemmingswisseling. Het voelde soms alsof niets van mijn zijn, niets van wat ik deed, nog van mij was. Alles werd geclaimd door de DSM, vragenlijsten en behandelcombinaties (die vaker niet aansloegen dan wel, maar dat kwam door de diagnose). Gepathologiseerd.

Ik word nog altijd verdrietig als ik terugdenk aan deze tijd. En met een glimlach denk ik terug aan de psychiater die tegenover mij de diagnoses aan het tellen was en met een oplossing kwam: “Kies jij er maar één, mij maakt het niet uit.”

Ze bleef helaas niet lang. Maar vele jaren later begon ik te begrijpen hoe het is als er gewerkt wordt met dat wat ik zelf als klacht ervoer. Dat er wel een diagnose is, want dat moet en geeft iets van taal, maar dat die niet langer leidend is in hoe er met mij wordt omgegaan. Hoe het is als ik hoofdbehandelaar werd van mijn eigen helingsproces. Hoe ik mijzelf terug kon vinden onder die laag stoornis en ziekte, en ontdekte dat alles wat ik deed niet gestoord of ziek was, maar bescherming. Dat het juist had voorkomen dat ik gestoord of ziek zou worden. En dat het eigenlijk veel gestoorder was geweest als ik het niet had gedaan.

Ik was niet gek, een deel van mij was gewond. Het is maar net waar je naar kijkt.